Verslag van de vergadering van 19 februari 2019

1. Opening

Pieter van den Berg begint met het verzoek om ons overleden lid Leo Veldhuijzen van Zanten te gedenken. Na een minuut stilte vangt de vergadering aan.

Hij verwelkomt aspirant-lid Hans Lommerse, die straks de gelegenheid krijgt zich aan ons voor te stellen. Er zijn drie afmeldingen, Henk v. Dongen, Joop Hornsveld en William v. Dril. Gelukkig zijn er geen ziekmeldingen.

De drankjes worden aangeboden door Piet Heemskerk en Gerard de Wagt. Dank. Harry verzorgt een dankkaart voor Piet, waar ook een foto bijkomt, die we straks van de groep maken.

2. Verslag van 29 januari jl.

Dit verslag wordt, met dank aan de secretaris, goedgekeurd.

3. Het jaarverslag 2018

We zijn verheugd dat het nieuwe jaarverslag er is. Het ziet er voortreffelijk uit. Met dank aan Gerard Brom en de overige redacteuren, die met z’n allen het geheel een eigentijdse output hebben gegeven. Verfrissend en vitaal. De afwezigen en partners van onze oud-leden krijgen het jaarverslag via-via bezorgd.

4. EHBO

Als we actie moeten ondernemen bij het plotseling verliezen van ‘t bewustzijn van een lid dan vallen we terug op het reanimatieprotocol met o.a. een actielijst met voor bepaalde taken aangestelde personen. De actielijst wordt de komende tijd compleet gemaakt. EHBO-ers, meld je!

5. Toetredingscommissie

Het bestuur vraagt de toetredingscommissie het maximum van 32 leden in acht te nemen. Momenteel zijn er 29 leden plus twee aspirant-leden. Ger van Dorp is nog met één persoon in gesprek. Alvorens hij daar meer over zegt biedt Johan Eversdijk ons een overzicht van de leeftijdscategorieën in onze club. Meer dan de helft is 75-plus. We streven uiteraard naar een verlaging van de gemiddelde leeftijd.

Leeftijds- opbouw aug.2018
55-65 jr 0 %
66-70 jr 17%
71-75 jr 33%
76-80 jr 23%
81-85 jr 17%

Ger vertelt over de professionele loopbaan van Ton Wallast, nu 69 jaar. ( jurist bij Ahold, accountant, bestuurswerk). De periode van drie weken om eventueel bezwaar aan te tekenen bij de toetredingscommissie gaat in. De volgende vergadering horen we meer.

Hans Lommerse stelt zich aan de leden voor. Hij heeft gewerkt o.a. bij fa. Vink, richtte eigen bedrijven op (Medisize, accountantskantoor). Later verkocht hij deze en is bestuurder geworden bij o.a. HOZO, Vereniging Oud Hillegom, Oprichter van EHBO. Getrouwd en een dochter. Hans wordt volgende maand 65 jaar.

6. Website Probus Hillegom Lisse 1990

Gerard Brom geeft een toelichting op het openen van onze website.

www.hillegomlisse1990.probus-nederland.nl

Vul vervolgens geen inlogcode in. (Gebruik niet inloggen) Je kunt diverse keuzes maken. Zodra dat nodig is wordt een wachtwoord gevraagd. Vul daar 3jjjs in. Het is niet nodig daarna weer ergens een wachtwoord in te toetsen. Hele oude foto’s zijn niet meer direct zichtbaar. De link op de betreffende pagina klik je in en dan kom je in STACK (een Cloud). Daar kun je de oude data wel bekijken.

7. Evenementen, rondvraag en sluiting

We gaan over drie weken naar fa. De Ridder in Noordwijkerhout en we lunchen bij Berg en Dal. Een flyer volgt.

Er is geen rondvraag.

Vervolgens sluit de voorzitter de vergadering.

19 februari 2019, Harry Storm, secretaris

Volgende bijeenkomst op dinsdag 5 maart 2019 (eventuele afmelding via probushl2@gmail.com)

Lezing van Marlies Meijer (namens Jan Noordam) over het leven van haar inmiddels overleden moeder Nelleke van Cleeff.

Marlies begint haar lezing met woorden van haar moeder:

“In Vrijheid geboren, in Vrijheid gestorven”.

Haar verhaal is terug te lezen in het boek: De redding van de familie Van Cleeff.

Op basis van vele gesprekken met familie en vrienden van het gezin, en onderzoek in Nederland, Duitsland en Tsjechië schreven Auke Kok en Dido Michielsen De redding van de familie Van Cleeff, een menselijk drama dat de lezer laat voelen hoe oorlogstrauma’s ontstaan en hoe die kunnen voortduren tot op de dag van vandaag.

Ernst van Cleeff is directeur van de matrassen- en dekenfabriek Cleco N.V. in Rotterdam. Bij het bombardement op de binnenstad is een gedeelte van zijn bedrijf vernield, maar met zijn van oorsprong Duits-Joodse vrouw Gretchen houdt hij ook in bezettingstijd de boel draaiende. Ze weten de oorlog voor hun dochters Liesel van elf en Nelleke van negen lang buiten de deur te houden. Maar de beperkende maatregelen voor Joden dringen ook door in het dorp Hillegersberg ten noorden van Rotterdam. Volledig geassimileerd of niet, je zult moeten geloven aan de ster en de verboden, ook in de villawijk.

Kok en Michielsen baseren hun verhaal op vele gesprekken met familieleden en vrienden van de gezinnen Van Cleeff en Van de Meer en hebben bron-onderzoek gedaan in Duitsland en in verband met Theresienstadt ook in Tsjechië. De gedegen voorbereiding loont. Je merkt dat de schrijvers de materie volledig beheersen, maar die niet zo nodig uitgebreid hoeven te etaleren. Belangrijke historische gebeurtenissen worden aangestipt – een dergelijk familieverhaal dient natuurlijk wel te worden ingebed in de wereldgeschiedenis – maar niet uitgebreid uitgelegd. Er is een goede balans gevonden. Het is begrijpelijk gehouden voor gedeeltelijk onwetenden en niet irritant voor degenen die al meer (of bijna alle) kennis hebben over de achtergronden. Dat komt de leesbaarheid ten goede.

De schrijvers laten het verhaal beginnen in 1929 wanneer de zakelijk doortastende, maar privé terughoudende en wat bazige Gretchen – we zouden haar nu een controlfreak noemen – het nieuwe huis, met aan drie zijden een tuin, in het overwegende protestantse, Oranjegezinde dorp Hillegersberg aan de Rotte hebben betrokken. Gretchen is vanuit Duitsland naar Nederland gekomen, een land dat niet gebukt gaat onder inflatie en de last van herstelbetalingen aangaande de Eerste Wereldoorlog. Het echtpaar staat geregistreerd bij de gemeente als Nederlands-Israëliet. Daarmee houdt hun band met hun Joodse achtergrond wel op. De kinderen gaan naar een protestantse school en met Kerstmis staat er een boom in de huiskamer. Sommige ‘geloofsgenoten’ vinden dat ze hun identiteit verloochenen.

De NSB blijkt zeer populair in Hillegersberg, zelfs nadat het antisemitisme van de nazi’s is ingelijfd. Tijdens de bezetting verandert er in eerste instantie niet veel. Ernst blijft aan als directeur, Gretchen maakt lichtblauwe bolero’s met een ster. Makkelijke hesjes die zo aan en uit kunnen worden getrokken. Maar de kinderen mogen niet meer naar het tegenovergelegen park en naast de villa is een partijkantoor van de NSB gevestigd. De swingende jazz van de jaren twintig wordt vervangen door marsmuziek. En uiteindelijk moet Ernst plaats maken, wordt zijn goedlopende bedrijf door een Verwalter overgenomen, net zoals de grote timmerfabriek van Gretchens familie in Duitsland is genationaliseerd.

Op een avond in 1942 staan de buren van het pleintje om de hoek voor de deur bij het gezin Van Cleeff. Arij en Riemke van der Meer drukken Ernst en Gretchen op het hart dat ze snel moeten handelen. Opmerkelijk omdat ze geen vrienden zijn, hoogstens hebben de heren wanneer ze elkaar op straat tegenkwamen, de hoed opgetild. Het vooroorlogse Nederland was sterk verzuild. Men leefde langs elkaar heen, binnen de eigen geloofsgemeenschap. Arij heeft bij een tante een paar kamertjes vrij, maar het is onverstandig om daar met het hele gezin onder te duiken. Het gezin zal moeten worden opgesplitst. Liesel en Nelleke heten voortaan Hoogendijk.

Daarmee begint een rondreis langs verschillende schuiladressen voor de twee meisjes, terwijl pa en ma jaren aaneen bij de tante van Arij in huis zitten bij een ‘gewoon echtpaar’, niet zo cultureel ontwikkeld als in de kringen van Van Cleeff. Dat leidt onvermijdelijk tot strubbelingen, vooral met de zeer stand bewuste Gretchen.

De tocht begint, nog enigszins als een logeerpartijtje in Wassenaar. Ze gaan vervolgens naar een geheime plek in het midden van het land, bij een boer op een hooizolder in Putten – waar de sjieke meisjes ineens moeten aanpoten en waar de boer denkelijk iets uitspookt met de inmiddels twaalfjarige Liesel – en daarna na Blaricum. Kort daarna vindt opnieuw een scheiding plaatst. Liesel gaat naar een fijn ouder echtpaar in Soest, dat zelf een volwassen kind in een Jappenkamp heeft. De twee oudjes en Liesel vinden troost bij elkaar. Liesel wordt begrepen en liefdevol opgevangen, heeft het stiekem beter dan thuis. Nelleke gaat naar een kindertehuis in Driebergen.

Daar wordt ze door een paar wandelaars uit Rotterdam herkend. Of daardoor het kindertehuis wordt ontruimd is allerminst zeker, er zijn enorm veel Jodenjagers op pad, maar het zorgt voor een levenslang schuldcomplex bij Nelleke. Zij komt in Westerbork terecht. Kok en Michielsen hebben een sterk, informatief beeld van het kamp weten te destilleren uit de geraadpleegde bronnen. Je ziet Nelleke verloren lopen tussen de barakken, omdat ze zich weliswaar vrij kan bewegen, maar er bijna niets te doen is. De volwassenen werken voor wat extra’s, om de verveling te verdrijven.

In 1944 wordt ook Liesel verraden en afgevoerd, allereerst naar de gevangenis op de Amsterdamse Weteringschans en na zes weken in de cel eveneens naar Westerbork, waar men het vertrekken van de treinen naar het oosten vreest. De schrijvers laten duidelijk zien dat de tijdelijke scheiding de verschillen tussen de twee zussen heeft uitvergroot. Dat de verwijdering onomkeerbaar is. Onder dergelijk omstandigheden is niets menselijks vreemd. Het dunne laagje beschaving verdwijnt. Het is ieder voor zich. En zo zal dat ook blijven na terugkeer in Hillegersberg.

Maar eerst worden ze op een van de laatste treinen naar Theresienstadt gezet. Ze hebben ‘mazzel’ want dat kamp staat bekend als een kamp voor bevoorrechten. De meisjes Van Cleeff overleven de oorlog doordat ze mee mogen met de trein naar Zwitserland. Een deal die Himmler, de afloop van de oorlog in gedachten, met een voormalige president van Zwitserland heeft gemaakt, maar die door Hitler persoonlijk na een paar transporten wordt stopgezet.

Nederland is bevrijd en het gezin Van Cleeff heeft het overleefd. Maar dan beginnen de problemen pas echt. De redding van de familie Van Cleeff is goed geschreven, sterk gedocumenteerd, maar de laatste vijfenzeventig pagina’s van dit boek zijn het belangwekkendst, zijn welhaast uitgewerkt als een roman.

Bron: Internet. TZUM